Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord
Gepubliceerd op 31 mei 2022

Een terugkerend rubriek in onze nieuwsbrief is het item “vijf vragen aan”. Voor deze nieuwsbrief zijn de vragen gesteld aan ons vertrekkend lid van het Verantwoordingsorgaan (VO), Herman Broers. Het bestuur dankt dhr. Broers via deze weg voor zijn inzet en betrokkenheid van de afgelopen jaren.

1. Je zit sinds 2010 in het Verantwoordingsorgaan. Kan jij aangeven welke ontwikkelingen je het Verantwoordingsorgaan hebt zien doormaken?
Ik zie met name een toegenomen professionalisering in het functioneren van het VO. Het is heel duidelijk dat met de jaren de eisen die door DNB worden gesteld aan ‘governance’ en toezicht zijn toegenomen. Daar is ook het VO een onderdeel van geworden. Het BPL heeft dat goed opgepakt met de verbeterde ondersteuning van het VO. Het ‘nieuwe’ pensioenbureau is top! Er is in de afgelopen jaren o.a. meer structuur gekomen in de manier waarop het VO overlegt en zaken vastlegt. Ook is de aansturende werking vanuit het VO richting visitatiecommissie (VC) steeds belangrijker geworden. Overigens is het dan ook weer grappig dat bij de eerste contacten met de VC wij meer aan de kant van het bestuur stonden om uit te leggen hoe het geregeld is bij dat pensioenfonds van die eigenwijze loodsen.

2. Waar zit de meerwaarde voor jou in de rol en taken van het Verantwoordingsorgaan?
Ik heb in een NLc-ledenvergadering het VO wel eens een ‘toezichthouder’ genoemd, hetgeen meteen tot veel discussie leidde. Hoe het ook zij, het VO is samen met DNB en de VC een onderdeel van de vele toezichthoudende organen van het BPL-bestuur, ieder met haar eigen specifieke taak. Ik merk dat het BPL-bestuur zowel het VO als het VC ziet als partners om continu mee te sparren om zaken te verbeteren. Overleggen met het bestuur zijn de afgelopen jaren steeds constructiever geworden, waarbij de focus steeds ligt op evalueren en vooruitkijken. Het feit dat het VO wordt bemand door beroepsgenoten (ik maak geen onderscheid tussen loodsen en ex-loodsen) met een goede kennis van kenmerken van het beroep, maakt dat de lijnen kort zijn en de communicatie direct en to-the-point is.

3. Hoe kijk je terug op de betrokkenheid en de invloed van het Verantwoordingsorgaan?
De invloed van het VO op het fonds is niet gering. Het VO is een bij wet ingesteld orgaan met specifieke taken rondom het pensioenfondsbestuur. Wij kijken achteraf met name naar de vraag of alles wel is gegaan zoals het hoort te gaan. Daarnaast geven wij adviezen over belangrijke beleidsmatige beslissingen, zoals bijvoorbeeld het jaarlijkse premiebesluit. Ten slotte worden wij door het BPL-bestuur meegenomen in belangrijke ontwikkelingen rondom de toekomst van het pensioenfonds, zoals de inrichting van het nieuwe regeling als gevolg van het toekomstige pensioenstelsel. In dat proces krijgt het VO in de toekomst op een aantal belangrijke momenten een adviserende rol.

De betrokkenheid is groot. Wij hebben een evenredige vertegenwoordiging van actieve en gepensioneerde loodsen in ons orgaan. Leden kennen elkaar goed en ook de bestuurders zijn bij ons bekend omdat het collega’s zijn. Het historisch besef is heel groot, zodat de leden goed weten waarom zaken gaan zoals ze gaan in ons pensioenfonds. 

4. Hoe vindt jij, als “insider”, dat het BPL ervoor staat?
Wij zijn een afspiegeling van het loodswezen: we zorgen dat we altijd over de beste middelen beschikken en we lopen mee in alle moderne ontwikkelingen. We zijn niet bang om de beste adviseurs in te schakelen om ons van raad en daad  te voorzien. Ik neem mijn petje af voor de manier waarop het BPL alle generaties loodsen bijeen houdt in het proces rondom het pensioen en het toekomstige stelsel. Goede communicatie is ‘key’. Conclusie: we staan er heel goed voor!

5. Welke boodschap zou jij je collega’s mee willen geven betreffende het BPL?  
We kunnen trots zijn op het BPL! Ik heb het in het pensioenfondsbestuur 2008 overgenomen van Theo Handstede, een van de grondleggers van het pensioenfonds. Hij en onze voorvaderen hebben het in 1988 prima voor zijn werk gezet. Als ik een ongevraagd advies mag geven (daar zijn wij loodsen van): Zet voort wat we de afgelopen 34 jaar hebben opgebouwd. Het BPL is veel meer dan een uitvoerder van een pensioenregeling. Het is een belangrijk cement in onze landelijke solidariteit, ook tussen actief en gepensioneerd. Daarbij hebben wij veel van onze sociale voorzieningen voor loodsen  succesvol ondergebracht in het BPL. Dat mogen we als actieve loodsen nooit vergeten, gezien de risico’s die met ons beroep samenhangen. Ik ben verheugd dat de huidige generatie loodsen “solidariteit” heeft gekozen als leidraad voor de toekomstige pensioenregeling. Dat toont aan dat jong en oud samen de toekomstige pensioen uitdagingen blijven aangaan. Een goede zaak.