Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord

Herstelplan

De beleidsdekkingsgraad van een fonds dient tenminste gelijk te zijn aan het Vereist Eigen Vermogen (VEV). Als de beleidsdekkingsgraad lager is dan de VEV is sprake van een tekortsituatie en dient het bestuur van het fonds, conform het ter zake bij of krachtens de wet bepaalde, een herstelplan bij De Nederlandsche Bank (DNB) in te dienen.

De hoogte van het Vereist Eigen Vermogen (VEV) is gericht op de wettelijke zekerheidsmaat van 97,5% met betrekking tot het opgebouwde pensioen. Dat wil zeggen dat in de evenwichtssituatie de kans dat het pensioenfonds binnen een periode van één jaar over minder waarden beschikt dan de technische voorzieningen, kleiner is dan 2,5%. De hoogte van het Vereist Eigen Vermogen is afhankelijk van het risicoprofiel van het fonds volgend uit het strategisch beleggingsbeleid van het fonds (Anno 2022: voor BPL circa 120%).

De beleidsdekkingsgraad van BPL is hoger dan de VEV. Daarom hoeft BPL geen herstelplan meer bij DNB eein te dienen.

Herstelperiode

De hersteltermijn mag in beginsel maximaal tien jaar bedragen. In 2015 heeft het bestuur besloten om uit te gaan van de maximale hersteltermijn. Bij dit besluit is meegewogen dat het verwacht rendement door het bestuur lager vastgesteld is dan op grond van de maximale parameters toelaatbaar is.

Sturingsmiddelen

Voor het herstel van de financiële situatie kan het fonds de volgende sturingsmiddelen gebruiken:

  • aanpassen van de beleggingsportefeuille;
  • aanpassen van de toeslagverlening van opgebouwde pensioenen.

Jaarlijks meetmoment

Aan de hand van de beleidsdekkingsgraad einde boekjaar dient het bestuur jaarlijks te bezien of het fonds een herstelplan dient in te dienen.

Pensioenkorting
Als blijkt dat binnen de geldende herstelperiode het VEV (circa 120%) niet kan worden bereikt, zal het bestuur in het herstelplan een kortingsmaatregel moet opnemen. Een eventuele pensioenkorting wordt dan gespreid over de herstelperiode.

Minimaal vereist eigen vermogen
Het Minimaal Vereist Eigen Vermogen (MVEV) is de ondergrens van het Vereist Eigen Vermogen (VEV). Voor BPL bedraag het MVEV 104,3%. Een pensioenfonds mag niet te lang niet beschikken over het MVEV. In het Financieel Toetsingskader (FTK) is bepaald dat een pensioenfonds dat gedurende vijf jaren niet over het MVEV heeft beschikt, binnen zes maanden maatregelen moet nemen waardoor het in een keer aan het MVEV voldoet. Voor zover het daarbij gaat om korting van pensioenaanspraken en -rechten, mag die korting over het aantal jaren uitgesmeerd worden dat door het fonds ook gekozen is ten aanzien van de herstelperiode.

Het is mogelijk dat het pensioenfonds in de praktijk eerder tot kortingen overgaat. Bijvoorbeeld wanneer het vindt dat anders de rekening van het tekort te ver vooruit wordt geschoven.

Een dergelijk besluit moet passen binnen de evenwichtige belangenafweging. Dit vergt een expliciete onderbouwing. In het bijzonder moet het fonds daarin laten zien dat het naar voren halen van kortingen in het belang is van deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden. DNB verwacht dat een beslissing om eerder tot een korting over te gaan wordt genomen in overleg met de organen van het fonds (Verantwoordingsorgaan en Toezichtsorgaan).