Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord
Bijzonder nabestaandenpensioen
Bijzonder nabestaandenpensioen

Als na een scheiding de ex-partner die deelnam aan een pensioenregeling overlijdt, heeft de andere partner recht op (een deel van) het nabestaandenpensioen. Na een scheiding wordt dit pensioen een bijzonder nabestaandenpensioen genoemd.

Code Pensioenfondsen
Code Pensioenfondsen

In deze per 1-1-2014 ingevoerde Code hebben de Pensioenfederatie en de Stichting van de Arbeid normen geformuleerd voor ‘goed pensioenfondsbestuur’. De Code is de opvolger van de Principes voor goed pensioenfondsbestuur van de Stichting van de Arbeid uit 2005.

Crisisplan
Crisisplan

Sinds 1 januari 2015 zijn pensioenfondsen verplicht een financieel crisisplan op te stellen. Het doel van een financieel crisisplan is dat het fondsbestuur van tevoren inzichtelijk heeft op welk moment het fonds ‘in een crisissituatie’ zit en welke keuzes het op dat moment heeft om uit deze situatie te komen. Het voordeel van een financieel crisisplan is dat fondsbesturen in crisissituaties besluiten kunnen nemen waar van tevoren al is over nagedacht en waarvan van tevoren al is besproken of deze naar verwachting ook inzetbaar zijn en de effectiviteit is geanalyseerd.

De Nederlandsche Bank (DNB)
De Nederlandsche Bank (DNB)

DNB is de toezichthouder op de financiële soliditeit van financiële instellingen, onder andere van pensioenfondsen. Het toezicht op pensioenfondsen is geregeld in de Pensioenwet. DNB moet toestemming geven voor het oprichten van een pensioenuitvoerder. Voldoende financiële middelen en een deskundig en integer bestuur gelden hierbij als voorwaarden. Op basis van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet financieel toezicht controleert DNB de pensioenuitvoerders.

Dekkingsgraad
Dekkingsgraad

De verhouding tussen het vermogen van het pensioenfonds en de verplichtingen (de optelsom van de toegezegde pensioenen).

Dekkingstekort
Dekkingstekort

Een dekkingsgraad van 100% betekent dat een pensioenfonds precies evenveel beleggingen heeft als verplichtingen om alle (toekomstige) pensioenuitkeringen te kunnen betalen. Pensioenfondsen zijn verplicht om een dekkingsgraad te hebben van minimaal ongeveer 105%. Is de dekkingsgraad lager dan deze 105%, dan is er sprake van een dekkingstekort. Als een pensioenfonds zes meetmomenten achter elkaar (ongeveer vijf jaar) een dekkingstekort heeft, zal het pensioenfonds de pensioenaanspraken en –rechten moeten korten.

Derivaten
Derivaten

Een derivaat, ook wel afgeleid product, is een algemene benaming voor financiële producten waarvan de koers is gebaseerd op een andere, onderliggende belegging. Voorbeelden van derivaten zijn futures, warrants, swaps en opties.

Doorsneepremie
Doorsneepremie

Een doorsneepremie betekent dat alle deelnemers even veel (= een even groot % van hun salaris) bijdragen, ongeacht hun leeftijd, burgerlijke staat of geslacht.

Financieel toetsingskader (FTK)
Financieel toetsingskader (FTK)

Het Financieel toetsingskader (FTK) is het financiële toezichtregime. Het maakt deel uit van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling. Het FTK is van toepassing op de financiële positie en het financiële beleid van pensioenfondsen.

Franchise
Franchise

Het drempelbedrag waarover geen pensioenopbouw plaatsvindt, omdat de AOW hierin al voorziet.